Indonesie
We vluchten via Jakarta en Bandung naar het rustige mooie Java, Pangandaran. We zitten in een gezellig hostel met relaxte mensen waar we, blijkt later, pas in Bali
afscheid van nemen (Dagmar en Anton). We golfsurfen, huren een scooter en bezoeken de Green Valley. Met een bootje door helder groen water naar een punt vanwaar we een stuk konden canoeing door het
water langs hoge kliffen, watervallen en rosten een daarna terug met de stroom mee.
Vanuit daar gaan we door naar Yogjakarta. Een gezellige stad met leuke cafe’s en vooral heel veel kunst. Yogja is de stad van de Batik schilderijen en de kunstschool. Tref je het dan wordt er net
een gekke opening gehouden van een expositie met vreemde kunstzinnige optredens.
Ook bezoeken we Prambanan, de grootse hindoe tempel op Java. De Borobudur laten we voor gezien want we zijn nog steeds een beetje tempel moe.
Vanaf Yogya reizen we met een georganiseerde tour naar de Bromo vulkaan. En zoals het altijd gaat, denk je voor een duppie op de eerste rang te zitten....is er wel weer een Indonees die de boel
oplicht. Enfin...onze al in trip naar de Bromo was nog al een deceptie qua niet nagekomen beloftes en vreemde regelmannetjes die het vooral voor zichzelf erg goed hadden geregeld. Gelukkig hadden
we Anton en Dagmar mee, waardoor wij ons nog wat toleranter voelden. Dagmar, zwanger en zelf ooit tourguide ofzo, was echt op oorlogspad en liet het er allemaal wat minder bij zitten. Zij werd door
de touts (gladde regelmannetjes) beschouwd als een ‘verrie bed toeris’. Achteraf best hilarisch allemaal....en minder afgezet dan we dachten.....
Enfin...Bromo gedaan....naar de ferry gegaan....kwamen we in Lovina aan. Bleek het daar de volgende dag silence day te zijn. Dit is de dag na de viering van het nieuwe jaar waarop niemand de straat
op kan/mag. Zeker als witmens heppie dan niks buiten het hotel te zoeken. Die dag hebben we dus eens goed het zwembad bestudeert....De dag erna zagen we van Lovina wat een normaal mens in een week
bekijkt. Er was natuurlijk een hartelijk ontvangst van Marieke en de andere mooie dames van Lovina....Sterre en Ketut. En Jelle moest gelijk mee met Komo naar het hanengevecht dat verderop in het
dorp werd gehouden....vervolgens kregen we een tour over het erf van Marieke en Komo, en kregen we knabbels in hun inmiddels door tropisch regenwoud (mooie tuin) omringde huisje. Die avond kregen
we een heerlijk diner aangeboden op het strand voor het peperdure (in backpackers-ogen) hotel Starlight waar Komo nu de manager uithangt. Wij dachten hun te kunnen trakteren....maar het omgekeerde
werd waarheid. Die avond konden Anton en Jelle ook nog eens hun speervistalent op de proef stellen met de kok van hotel Starlight. Hoewel Anton steeds in de weg zwom slaagde Jelle er na 2 uur in
een minuscuul viske aan den haak te slean. (Kleine vissen zijn moeilijker te vangen weet u). Enfin...vis werd op het strand gebakken en soldaat gemaakt. Gelukkig had Starlight nog geen gasten, dus
konden we al het moois in alle rust over ons heen laten komen. Mariek en Komo....was echt super....bedankt. Groeten ook aan schitterende Sterre en Ketoeteke.
Na Lovina trokken we richting Ubud. Weer een reünie want vanaf Kuta kwam Marianne ons gezelschap houden. In een leuke homestay vermaakten we ons met real life schietspelletjes met de jongste
bewoner. Jelle deed een houtsnijwerkcursus en kwam terug met 3 blokken hout waar heel speciale mooie sculptuurtjes van gemaakt worden (ondertussen is er een blokje over). Deb en Mar tourden lekker
op de scooter tussen de mooiste sawa’s van Bali. Na drie dagen vertrokken we richting Sanur.
In Sanur ging ons luxe backpackersleventje weer verder. Daar hadden we een meet en greet met pa en ma Verduin. Die trakeerden op een luxe de luxe huisje (waar we normaal 2 weken van konden logeren)
en lekker eten! Ondertussen kregen we smsjes vanaf Nusa Lembongan. Nota bene vanaf onze eigen vooruitgestippelde bestemming berichten Dag en Toon al dat ze zagen dat het er goed was. Wij
erheen...Marianne ook mee...goedgekeurd. Lembongan ligt 1,5 uur boten vanaf Sanur en er rijden uitsluitend scootertjes rond. Ons plan om de volgende dag gevijfelijk te gaan snorkelen wordt wreed
verstoord door Antons heuprugstuip die hij bij een gruwelijk gevecht op de wc met zijn tandenborstel heeft opgelopen. Anton plat. Wij vissen. Blijkt die schipper ook nog een speergun mee te hebben.
Jelle blij. Lekkere lange speergun, dan hoef je niet te duiken. Leg je gewoon de speer tegen zo’n vissenkop en bang. Wederom een minuscuul schepsel, maar deze keer wel met mooie kleuren. De drie
dames die als zich als zeemeerminnen om Jelle heen bewegen op de zeebodem bleken achteraf de hele tijd voor hem en zijn harpoen op de vlucht te zijn. Enfin...mooie dag. Volgende item: Antons
wokkelrug en de terugreis naar vastewal om een vliegtuig te halen. Opstaan duurt als 20 minuten....Dagmar belt alle fysiotherapeuten die er bestaan in Indo....maar ‘s ochtends staat het halve
eiland dan paraat om ‘de zielige man van Amsterdam’ te tillen. Kuta heeft een franse bottenkraker die hem vervolgens, achteraf na een hoop gewantrouw, toch weer recht in mekaar heeft getoverd. We
zwaaien het vleugellamme koppel uit op the airport....Anton grijpt naar de drugs om de helse vlucht naar Amsterdam met 2 overstappen te maken.
Kuta brengt ons nog enkele surfdagen met Mar, die hier al een eigen posse heeft verzamelt. Langzaam nemen we afscheid van de Bali sunsets, de geurige kleurijke omgeving en alle vriendelijke pinda’s. We snakken echter ook naar een portie boerenkool met worst....die NZ ons zal brengen...de Unox worst krijgen we van pa en ma Verduin....de rest komt hopelijk snel. Afscheid Mar....kus.
Reacties
Reacties
De Prambanan is toch mooier dan de borbodur, goede keuze gemaakt. Foto's waren een feest van herkenning!
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}